zaterdag 26 september 2015

Audrey McAllen in een brief 7 januari 1991:


The Extra Lesson exercises are in themselves 'imaginations' which have meaning for the child - they need no embellishment - they are a statement of fact. The more we penetrate them the richer we become inwardly & so provide a harmonious & rich environment for the child's soul to respond to. From this foundation which has been given, remedial work can grow, enlarge & renew itself etc.
(Audrey McAllen)

De oefeningen uit De Extra Les zijn op zichzelf staande imaginaties, beelden die een zekere betekenis hebben voor het wezen van het kind. Ze hebben geen opsmuk nodig - ze geven een feit weer. Hoe meer wij zelf de oefeningen doordringen hoe rijker wij innerlijk worden. Dan kunnen we een harmonieuze en rijke omgeving scheppen waar de ziel van het kind op kan reageren. Vanuit deze gegeven grondlagen kan het remediërende werk groeien, breder worden en zichzelf vernieuwen.
---------------------------------------------------

Met deze woorden wilde Audrey McAllen ons nog eens op het hart drukken, dat de oefeningen gebaseerd op het concept van De Extra Les zich richten op de geestelijke organisatie van het kind, die achter het fysieke lichaam van de mens werkzaam is. Met deze oefeningen richt men zich namelijk in eerste instantie niet op de ziel van het kind, zoals b.v. de klassenleraar dat doet. Het fysieke lichaam van de mens heeft een veel langere ontwikkelingsgeschiedenis waarmee hogere geestelijke wezens bemoeienis hebben gehad. Het fysieke lichaam (=de optelsom van alle zintuigen) werd al reeds voorbereid door de Archai, toen deze hun mensheidsontwikkeling doormaakten op de Oude Saturnus. Andere wezens uit de geestelijke hiërarchieën bereidden het etherlichaam van de mens voor (Aartsengelen - Oude Zon) en weer andere wezens het astraallichaam (Engelen - Oude Maan). Juist met die geestelijke wezens kunnen we als leraren samenwerken, wanneer wij het antroposofische concept van de architectuur van het fysieke lichaam willen doordringen en er mee gaan werken. De basis van De Extra Les wordt gevormd door de voordrachten Antroposofie, die Rudolf Steiner in 1909 hield. Toen Audrey McAllen haar opleiding tot vrijeschoollerares volgde, werd deze cyclus gebruikt omdat het de enige was die toen in het Engels vertaald was. In de opbouw van de serie voordrachten uit 1909, 1910 en 1911 (Anthroposophie, Psychosophie en Pneumatosophie - GA 115) kan men de fundamenten voor de latere Algemene Menskunde herkennen. Men kan er zelfs van uitgaan dat de eerste Waldorfleraren die aanwezig waren bij deze cursus Algemene Menskunde als basis voor de pedagogie, deze vroegere voordrachten goed kenden.

Audrey McAllen geeft in deze korte passage uit haar brief aan dat we ons sterk moeten verbinden met de antroposofische visie op de mens en het zich ontwikkelende kind en dat we tegelijkertijd niet moeten schuwen om kennis te nemen van het onderzoek in de reguliere wetenschap, die we dan moeten leren verbinden met geesteswetenschappelijke inzichten. Doen wij dat niet, maar gaan we 'shoppen' en 'sprokkelen' we klakkeloos van overal allerlei oefeningen bij elkaar 'die ook wel leuk zijn' om te doen, dan raakt het ziele-geestwezen van het kind gedesoriënteerd. Gedurende het slaap kan dit ziele-geestwezen zich dan niet met wezens van de hiërarchieën uiteen kan zetten. Zelf de oefeningen proberen te beheersen geeft ons niet alleen toegang tot de concepten achter De Extra Les, het scherpt ook ons waarnemen van de kinderen en hun hulpvraag.

Wijlen Renee Querido (destijds voorzitter van de Antroposofische Vereniging in de USA en leider van het Rudolf Steiner College, Fair Oaks, Californië-USA) zei eens dat Rudolf Steiner aan de pedagogen het geestelijke inzicht in de ziel heeft gegeven en dat Audrey McAllen op basis van Steiners aanwijzingen voor de pedagogie het inzicht in de geestelijke structuur en werking van het fysieke lichaam heeft uitgewerkt.
Waldorf (vrijeschool-) leraren weten, dat de fysieke ontwikkeling van het kind het fundament vormt voor het leren. Zelfs de meest getalenteerde persoonlijkheid heeft een goed ontwikkeld fysiek instrument nodig om zijn meegebrachte kwaliteiten ten volle te kunnen verwezenlijken.