donderdag 21 mei 2009

Uit aantekeningen van Audrey McAllen

Meditatie bij de ‘Elkaar Doordringende Driehoeken’

Audrey McAllen: Ik zou dit willen geven als een soort meditatie bij de ‘Elkaar Doordringende Driehoeken’ (De Extra Les, blz. 174). Jullie weten uit mijn uiteenzettingen dat de zesster een beeld is van hoe dat de twee driegeledingen van de mens samenkomen en elkaar doordringen, zoals Rudolf Steiner beschreef tijdens de 1e voordracht van de ‘Algemene Menskunde’ . Een beeld daarvan zien we terug in deze vormtekenoefening. Wanneer we die met kinderen doen kunnen we de hieronder volgende gedachten in onszelf voelend beleven.


1 De bovenste driehoek daalt in de onderste:
Wanneer wij incarneren verduistert Lucifer het licht. Alles wat wij in ons astraallichaam meebrengen uit het verleden, wordt verduisterd door Lucifer. Maar er stijgt licht op vanuit de Aarde, want de aardeplaneet is het lichaam geworden van de Verrezene.

2 De onderste driehoek stijgt omhoog in de bovenste:
De wereld is koud zonder het hart van de mens. Warmte moet deze koude van de uiterlijke wereld doordringen. Deze warmte, die komt van de Aarde, moet deze koude doordringen.

3 De twee driehoeken doordringen elkaar: (de bovenste daalt 3 stappen, de onderste stijgt 2 stappen) De mens vindt de Wereld
en de Wereld ziet zichzelf in de mens.



Uitgebreidere aantekeningen met gedachten omtrent de mens:

1 De menselijke ziel
(bovenste driehoek: gewaarwordingsziel, verstands-gemoedsziel, bewustzijnsziel)

Het mensenwezen dat werd voorbereid gedurende
Oude Saturnus, Oude Zon en Oude Maan.
(onderste driehoek: fysiek lichaam, etherlichaam, astraallichaam)



2 Wanneer de leden van het tweeledige mensenwezen elkaar doordringen, wordt de menselijke ziel zich bewust van zichzelf.


3 Om het zelfbewustzijn te behouden moet de menselijke ziel de menselijke organisatie doordringen, wat enkel kan wanneer deze de wereld spiegelt.


4 De wereld is zelf ook voorbereid gedurende Oude Saturnus, Oude Zon en Oude Maan.


5 De wereld wordt gespiegeld in de mens via het OOG. De menselijke ziel wordt zich bewust van deze spiegeling door het denken.

6 Wanneer #3 lukt, dan verwerft de menselijke ziel een Ik. Dat betekent dat de ziel de mogelijkheid krijgt zichzelf te kennen als geestelijk wezen te midden van andere geestelijke wezens.
MAAR er is iets in de ontwikkeling binnengedrongen: niet alleen de ziel doordringt het mensenwezen, er zijn ook luciferische wezens die dat doen, zodat het mensenwezen vertroebeld is geraakt en niet langer de wereld spiegelt.

7 Om dit te verhelpen moet de Wereld Geest het mensenwezen reinigen; eerst van binnenuit (de drie jaren na de Doop in de Jordaan), daarna van buitenaf door de wereld te doordringen (Verrijzenis en Hemelvaart).

8 Nu wordt de menselijke ziel zich bewust van zijn eigen Ik, wanneer zij door eigen inspanningen de wereld gaat spiegelen. Het ware model van de wereld is ook in het mensenwezen; wanneer de mens het wereldmodel dat in het mensenwezen is gelegd, volgt leert de mens zichzelf kennen. Wanneer de mens zijn eigen weg gaat, dan volgt hij de krachten van de inmenging, dan wordt hij hun prooi en verliest hij zijn wilskrachten aan hun begeerten in ruil voor illusionaire Ik-ervaringen.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen: