donderdag 22 september 2022
Rudolf Steiner over het leren schrijven en lezen
Toespraak op een ouderavond, Stuttgart, 1 januari 1921
In het hedendaagse gewone onderwijs begint men het kind onmiddellijk iets te
leren dat belemmerend werkt op de hele gezonde ontwikkeling van de mens. Kijk
eens terug naar de ontwikkeling van de mensheid. Er zijn tijden geweest - en we
moeten niet zo arrogant zijn te denken dat de mensen in die tijd alleen maar dom
en kinderachtig waren - dat de mensen nog niet hadden leren lezen en schrijven
in de moderne zin van het woord, hooguit konden ze op een primitieve manier
rekenen. Tegenwoordig leren we lezen en schrijven, maar niet zoals dat zich
destijds heeft ontwikkeld uit een niet-kunnen-lezen en niet-kunnen-schrijven. We
leren vandaag de dag dan iets dat al zeer intellectueel en conventioneel is
geworden. Wanneer het kind zo maar leert lezen en schrijven op de manier die
tegenwoordig in het menselijk verkeer gebruikelijk is, wordt het eigenlijk op
een tamelijk kunstmatige manier iets bijgebracht dat vreemd voor hem is. Wanneer
een kind in de eerste klas (groep 3) zit, moet je oppassen dat je het niet
geforceerd iets aanleert wat eigenlijk volwassenen pas hoeven te kunnen. En hier
kom ik op iets waarop onze gewaardeerde heer Molt al heeft gewezen (en wat
ouders misschien bijzonder bezig houdt), namelijk dat de kinderen op de
vrijeschool iets later leren lezen en schrijven dan op andere scholen. Daar zijn
goede redenen voor.
Het vroeg leren lezen en schrijven op andere scholen is in
veel opzichten een vergissing. Want het gaat er niet om de kinderen zo snel
mogelijk bepaalde vaardigheden bij te brengen, maar het gaat er om om hen in hun
latere leven tot vaardige mensen te maken, die gedurende hun eigen bestaan niet
verzuren en die het voor zichzelf niet te moeilijk maken. De uiterlijke
omstandigheden kunnen het leven voor veel mensen al moeilijk genoeg maken; het
is niet de bedoeling dat een innerlijk gevoel van zwakte, een innerlijk gevoel
van onvermogen opkomt dat het leven nog zwaarder maakt. Er moet een methode
worden gevonden om het lezen en schrijven op een zeer zorgvuldige manier aan te
leren vanuit de natuurlijke neigingen en vaardigheden van het kind. Ons
uitgangspunt is - ik wil dat alleen even kort vertellen - dat wij het kind eerst
bepaalde vormen laten tekenen, zodat we daaruit de vormen van de lettertekens
kunnen laten ontstaan. We laten het kind beginnen met schrijven om van daaruit
tot lezen te komen. Want hoe meer men uitgaat van wat als basis in het wezen van
de hele mens ligt, hoe beter het is voor de ontwikkeling van het kind. Het lezen
en schrijven, zoals wij dat als volwassenen gebruiken in de menselijke omgang of
zoals we ze gebruiken voor de communicatie over geestelijke of andere zaken, is
zodanig dat bij het lezen de tekens waaruit onze woorden bestaan, de tekens voor
onze letters, al iets heel conventioneels of traditioneels zijn geworden.
Vroegere volkeren bezaten nog het beeldschrift; dit beeldschrift was nog
illustratief en aanschouwelijk. Er was nog een verbinding tussen wat
schriftelijk werd vastgelegd en hetgeen moest worden uitgedrukt. In onze
lettertekens is niets meer te herkennen van wat er uitgedrukt moet worden.
Wanneer je dus de letters aanleert, zoals die pas na een lange ontwikkeling zijn
geworden, dan dwing je het kind tot iets wat hem vreemd is. Je moet de juiste
overgang vinden van wat het kind graag tekent, van wat het vanuit zijn hele
wezen doet en moet proberen hem van daaruit tot de lettertekens te brengen. Dan
pas kan je daaruit lezen ontwikkelen. Met dit voorbeeld wilde ik alleen maar
laten zien wat wij met onze opvoedkunst beogen: werkelijk af te lezen aan de
opgroeiende mens, wat je met hem moet doen. Wie de menselijke natuur kent, weet
heel goed hoe de dingen in het leven met elkaar samenhangen. Dat wat hier het
belangrijkste is, wordt in het leven vaak maar weinig waargenomen. Je vindt in
het leven vaak mensen — en dat zijn er tegenwoordig echt meer dan je denkt — die
nergens echt van kunnen genieten, die vreselijk snel moe worden, die vroeg oud
worden, althans innerlijk geestelijk oud worden, enzovoort. Men beseft niet waar
dat vandaan komt. Het komt doordat kinderen in hun zesde, zevende of achtste
levensjaar niet op de juiste manier hebben leren lezen en schrijven. Wie de
menselijke natuur kent, weet dat een kind dat op de juiste manier heeft leren
lezen (bij wie dat niet vóór in het zevende of achtste jaar in zijn hoofd is
gestampt, maar wie op de juiste, natuurlijke manier heeft leren lezen en
schrijven en daarom er misschien wat later mee klaar is) in ruil daarvoor, wat
hij bij het leren lezen en schrijven heeft ervaren werkelijk als een groot
geschenk heeft meegekregen voor zijn hele leven. Door op allerlei kunstmatige
manieren, die voorbijgaan aan alle neigingen en ontwikkelingsmogelijkheden van
het kind, door er bij het kind met instampen kun je bereiken dat het kind met
zeven en een half kan lezen en schrijven; maar dan heb je zo'n kind in veel
opzichten voor het leven psychisch schade toegebracht en geestelijk verlamd. Als
je daarentegen op de juiste manier te werk gaat, kan het kind pas op achtjarige
leeftijd lezen en schrijven maar op zo'n manier, dat met het leren
levenskrachten in hem zijn ontwikkeld. En dat is wat we willen. Wij willen dat
het kind op school levenskracht krijgt, vitaliteit die altijd weer in het kind
gedurende zijn hele verdere leven nawerken zal.
uit: Rudolf Steiner in der
Waldorfschule (GA 298)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten