Uit: Hilde Boos-Hamburger: Gespräche mit Rudolf Steiner über Malerei
In de herfst van 1920 wilden verschillende ouders voor hun kinderen (leeftijd 12-18 jaar) een soort vormingscursus inrichten. Zij vroegen aan Rudolf Steiner of zoiets kon worden gestart. Dat werd de Friedwartschule. Drie leerkrachten kwamen ervoor in aanmerking: iemand voor taal en spreken, geschiedenis en voor euritmie, iemand voor natuurwetenschappelijke vakken en wiskunde, en iemand voor schilderen, kunstgeschiedenis en toegepaste kunsten (vormgeving enz.)
Hilde Boos-Hamburger nam de laatste vakken voor haar rekening. Zij werkte ook mee aan de schilderingen in de kleine koepel van het 1e Goetheanum en in het laboratorium waar plantenverven werden ontwikkeld.
over een meisje met mediamieke tendensen
Hilde Boos-Hamburger beschrijft:
"Er kwam eens een moeder, die haar ongeveer 12 jaar oude dochter naar onze Friedwartschule bracht. Het schilderwerk van het meisje wekte mijn verbazing en deed haar grote begaafdheid vermoeden. Maar toch voelde ik de noodzaak om nog op diezelfde avond na zijn voordracht Rudolf Steiner erover te vertellen. Want ik wilde niet de verantwoordelijkheid nemen om dat meisje twee dagen lang op eenzelfde manier te laten schilderen als de andere kinderen. Ik vermoedde ook dat er bij dit meisje sprake was van een aanleg tot helderziendheid.
De volgende ochtend kwam Rudolf Steiner meteen naar ons schooltje. Met grote belangstelling bekeek hij de schilderingen en hij bevestigde mijn vermoedens.
Zijn advies was: 'Laat dit kind eerst een blad in één kleur schilderen, maar laat haar tegelijkertijd een geometrische figuur uitsparen. Daarna moet zij die geometrische figuur opvullen met een andere kleur. Als ze dat dan een beetje onder de knie heeft, dan kan ze hetzelfde proberen met verschillende figuren die elkaar doordringen, bijvoorbeeld een vierkant en een driehoek, of een zeshoek, een achthoek enzovoort. En elk van deze vormen moet dan met een andere kleur worden ingekleurd, zodat de verschillende kleuren door elkaar heen schijnen. Dat zal haar veel helpen als ze dat met voldoende aandacht doet.’
En zo was het dan ook. Het meisje werkte met veel plezier aan deze nieuwe opdracht, omdat ze al heel snel voelde hoe de concentratie, die nodig was om deze oefening te schilderen, haar sterker maakte. Haar hele, veel te dromerige wezen werd steviger.
Deze oefening kan men verder uitbreiden en voor leraren is het in dit soort gevallen een belangrijk hulpmiddel."
Methode:
Ter voorbereiding maken de leerlingen een schetsje van een geometrische vorm -later van twee of meerdere vormen die elkaar doordringen.
De schets wordt opgeborgen.
Vanuit het geheugen beginnen zij dan te schilderen met een achtergrondkleur vanuit de periferie. De contouren van de geometrische figuren worden niet als eerste geschilderd, maar de vormen ontstaan langzaam doordat zij worden open gelaten.
Daarna worden de verschillende vormen met een andere kleur ingevuld. Eventueel worden de vlakken waar zij elkaar overlappen met nog een ander kleur ingevuld.
Gebruik niet te dun opgeloste verf.
Werking van de oefening:
De innerlijke voorstelling en het geheugen worden geactiveerd, maar tegelijk moet ook het waarnemen worden geactiveerd. De zintuigen moeten wakker gemaakt worden.
Het samenbrengen van het waarnemen en voorstellen, het uiterlijke en het innerlijk, het gewaarwordingslichaam en de gewaarwordingsziel wordt bewerkstelligd.
Interessant is, dat Rudolf Steiner hie dus een oefening geeft voor een kind dat neigt naar helderziendheid. Zij moet haar waarneming op de zintuiglijke wereld leren richten en niet blijven dromen in diffuse tussengebieden. Kinderen moeten geleidelijk aan eerst leren waarnemen in de fysiek-zintuiglijke wereld. Alleen daar kan hun Ik een anker vinden, voordat zij later in vrijheid een innerlijke scholingsweg kunnen gaan.
Ervaring heeft geleerd, dat dromerige kinderen of flegmatieke kinderen nogal wat moeite kunnen hebben met deze oefening. Zij vergeten bijvoorbeeld de vormen open te houden, of zij houden geen controle over het water, waardoor de vormen vervagen.
Begin eerst maar met eenvoudige vormen. De kinderen kunnen hun eigen ontwerp maken en zo zelf de moeilijkheidsgraad bepalen.
Leerlingen kunnen leren de aquarelverf recht uit de tube zelf met wat water aan te maken. Na de voorbereiding moet op het schilderblad niet teveel water achterblijven.
De keren daarna kunnen meerdere elkaar overlappende vormen ontworpen worden.
Audrey McAllen's Moral Colour Exercises ofwel de Morele Kleuroefeningen
Audrey McAllen volgende in Dornach enkele malen schildercursussen bij Hilde Boos-Hamburger. Hilde deelde haar ervaringen met Audrey en toonde haar het begin van een serie schilderingen, die zijn op basis van deze oefeningen had ontwikkeld. Hilde Boos-Hamburger vroeg Audrey McAllen of zij deze serie verder tot een geheel zou kunnen maken. Dit werden Moral Colour Exercises ofwel de Morele Kleuroefeningen, die Audrey McAllen publiceerde in haar boekje ‘SLEEP: An Unobserved Element in Education’
Deze laatste serie schilderoefeningen is een aanrader voor leerlingen vanaf klas 6 (groep 8) en zeer zeker ook voor leerlingen in het Voortgezet Onderwijs.
bron:
Hilde Boos-Hamburger: Gespräche mit Rudolf Steiner über Malerei
Verlag des Ita Wegman Instituts
Arlesheim (Zwitserland)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten